Poëzie op beeld - Menno Wigman
Fragmenten poëzie op beeld. Regelmatig film ik met mijn iPhone. Soms voeg ik een fragment uit een gedicht toe aan het beeld.
Beelden vanuit een trein van Parijs naar Bretagne en een gedicht van Menno Wigman: Levensloop. Levensloop Voor bijna alles heb ik mij geschaamd. Mijn nek, mijn haar, mijn handschrift en mijn naam, de schooltas die ik van mijn moeder kreeg, mijn vader die zich in een blazer hees, het huis waar ik voor vriendschap heb bedankt. Maar nu mijn vader aan vijf slangen hangt, zijn mond steeds heser over afscheid spreekt, nu hurkt mijn schaamte in een hoek. Hij stierf zoals hij in zijn Opel reed: beheerst, correct, zijn ogen dapper op de weg. Geen zin in dom geworstel met de dood. Hoe alles wat ik nog te zeggen had onder de wielen van de tijd wegstoof. Menno Wigman uit: Dit is mijn dag" Prometheus 2004 |
|
Poëzie op beeld - Rutger Kopland
|
Fragmenten poëzie op beeld. Regelmatig film ik met mijn iPhone. Soms voeg ik een fragment uit een gedicht toe aan het beeld.
Beelden van een bron in een tuin in de stad Bazel waarin bergwater stroomt en een gedicht van Rutger Kopland: Water. Water Als met water zelf, met de gedachte / spelen dat je ooit en eindelijk / zult weten wat het is. Het is regen geweest, een rivier, een zee, / hier was het, hier heb ik het gezien en zie ik water en weet niet wat het is. Zoals het kwam, uit het oneindige, / neerdaalde uit de hemel, het in de bergen ging ruisen, en begon / te dansen van beek naar beek het zich wiegend een weg zocht in / de rivier door de vallei / zoals het oud werd en traag en eindelijk / de zee vond en verdween in wat daar lag, in zichzelf. Is dit water? Misschien is het dit, / maar onzichtbaar, geluidloos, stil, en niet de ruisende regen, de wiegende / rivier, de eenzelvige zee, niet dit, maar wat dit is geweest, weer wil zijn, / nog niet is. Het is er, maar alleen zoals water / er is, even – ik maakte bergen, een rivier, een zee, / ik liet het regenen, stromen / door de rivier, eindigen / in de zee, wat ik als kind maakte in het zand / met water – even was het er. Je weet dat het er is, maar wat is het. Het heeft in de regen gelegen, het is / meegenomen door de rivier, aangespoeld / door de zee, het is verdroogd, gerimpeld. Is het ooit geschreven geweest en nu / water, of nooit. Uit: Dankzij de dingen – Rutger Kopland, Van Oorschot Amsterdam, 1989 |
Poëzie op beeld - Joti 't Hooft
Fragmenten poëzie op beeld. Regelmatig film ik met mijn iPhone. Soms voeg ik een fragment uit een gedicht toe aan het beeld.
Beelden van een tram in het Zwitserse Bazel en een poëtisch fragment uit het gedicht In het gedicht van Joti 't Hooft. In het gedicht De wanden zijn wit en de psychiaters verdacht vriendelijk. Er is hoop op genezing, maar ik heb nog niemand zien weggaan, of hij kwam terug. Dagen dat ik op weg naar mijn eigen kamer verdwaal wisselen zich met dagen waarop ik de wereld doorschouw als een kristal. Soms word ik krijsend wakker. Soms word ik afgevoerd en verdoofd, soms vastgebonden. Er zijn momenten waarop ik eeuwenlang mijmerend volmaakt gelukkig ben: wanneer ik dan mijn handen op de aarde leg zijn het kleine handen. Jotie T’Hooft (1956-1977) |
|
Poëzie op beeld - Mary Oliver
Fragmenten poëzie op beeld. Regelmatig film ik met mijn iPhone. Soms voeg ik een fragment uit een gedicht toe aan het beeld. In dit filmpje beelden van de tuin van Piet Oudolf bij Museum Voorlinden en een poëtisch fragment van dichteres Mary Oliver. |
|
Poëzie op beeld – Willem Wilmink
Fragmenten poëzie op beeld. Regelmatig film ik met mijn iPhone. Soms voeg ik een fragment uit een gedicht toe aan het beeld. In dit filmpje beelden vanuit de trein door Amsterdam-Oost en een fragment uit het gedicht Echtpaar in de trein door de Twentse dichter en schrijver Willem Wilmink. Echtpaar in de trein
voor Wobke Met de allerliefste in een trein kan aangenaam en leerzaam zijn. De prachtig vormgegeven stoel geeft allebei een blij gevoel. Voor ‘t verre reisdoel kant en klaar zit ik dus tegenover haar. De trein maakt zijn vertrouwd geluid en zij rijdt vóór-, ik achteruit. We zien dezelfde dingen wel, maar ik heel traag en zij heel snel. Zij kijkt tegen de toekomst aan, ik zie wat is voorbijgegaan. Zo is de huwelijkse staat: de vrouw ziet wat gebeuren gaat, terwijl de man die naast haar leeft slechts merkt wat zijn beslag al heeft. Van nieuw begin naar nieuw begin rijdt zij de wijde toekomst in, en ik rij het verleden uit. En beiden aan dezelfde ruit. |